Laat een reactie achter! / Terug naar Tips en Tricks / door:I4Moto
Tips om te slagen voor je AvB examen
Je eerste praktijkexamen voor je motorrijbewijs, je AvB-examen. Spannend! Wat kun je verwachten van het examen en hoe maak je de kans zo groot mogelijk om te slagen? In dit artikel leg ik je uit hoe het examen eruit ziet, ga ik vluchtig over alle oefeningen heen en geef ik je een paar handige tips om te slagen!
Hoe ziet het AvB examen eruit?
Weten wat je kan verwachten op je examen haalt al een stuk onbekend terrein weg waardoor je rustiger het examen in gaat. Voor het AvB examen zul je naar een CBR examenterrein moeten gaan. Je rijschool zorgt ervoor dat een motor (waar je als het goed is ook op lest) klaarstaat op het terrein. Sommige rijscholen hebben een eigen AvB terrein wat het CBR weer van hun huurt, hierdoor doe je examen op het terrein waar je ook geoefend hebt. Is dit iets wat je graag wilt? Neem dit dan mee bij het uitzoeken van een rijschool!
Het terrein is een grote open ruimte met een hoop pionnen verspreid over het terrein, de pionnen geven de oefeningen aan. Vaak organiseert het CBR complete AvB dagen/dagdelen. De kans dat er veel andere examenkandidaten en meerdere examinatoren aanwezig zijn is dus vrij groot! Het kan ook wezen dat er tegelijk meerdere examens afgenomen worden. Schrik hier niet van, je zult nooit tegelijk dezelfde oefening doen of dicht bij elkaar oefeningen uitvoeren, focus je vooral op jezelf!
De examinator zal eerst kort het examen met je doornemen, waar je op moet letten, wat je moet doen en vooral wat je níet moet doen. Dit is geen streng gesprek! De examinator wil net zo goed dat jij slaagt als jij zelf! Hij is er enkel om te beoordelen of je de basishandelingen van de motor goed onder de knie hebt.
De oefeningen zijn ingedeeld in 4 clusters namelijk lopen met de motor, het langzame cluster, het snelle cluster en de rem-oefeningen. In totaal moet je 7 oefeningen uitvoeren, hiervan moeten 5 voldoende wezen, maar let op! Je mag niet zakken voor 2 oefeningen uit hetzelfde cluster! Gelukkig mag je elke oefening een keer herkansen. In totaal moet je dus van je 14 kansen 5 goed uitvoeren, dat lijkt mij goede winkansen!
Nu alles is uitgelegd is de beurt aan jou! Trek je motorkleding aan, zet je helm op en rijd rustig naar de examinator toe. De examinator zal je vertellen waarmee je mag beginnen, je examen is nu van start. Na elke oefening rijd je weer rustig naar de examinator toe. Hij verteld je meteen of je het onderdeel goed hebt uitgevoerd en zo niet, waar dat dan aan lag. Hierdoor kan je nog last-minute aanpassingen maken om hem op de herkansing alsnog goed uit te voeren. De hele sfeer is dus eigenlijk heel relaxt!
Tips om te slagen!
Neem de ruimte
Bij een aantal oefeningen moet je vanaf een bepaald punt beginnen om te tonen dat je snel op snelheid kan komen, maar bij veel oefeningen is er geen verplicht beginpunt! Neem hier vooral de ruimte, neem een lange aanloop zodat je alle tijd hebt om op snelheid te komen en de oefening goed te kunnen overzien. Hierdoor hoef je niet snel over allemaal zaken na te denken. Dit geeft rust en vergroot de kans om de oefening in 1 keer goed te doen.
Ontspan
Het is je eerste praktijkexamen en je bent vast nerveus. Dit is helemaal niet erg, vrijwel iedereen heeft hier last van. Probeer toch zo veel mogelijk te ontspannen. Als je heel gespannen op de motor zit en het stuur heel stevig en krampachtig vasthoud als gevolg zul je amper vloeiende bewegingen kunnen maken. Probeer stevig op de motor te zitten, maar probeer je bovenlichaam als een soort zoutzak op de motor te hebben. Hierdoor wordt de motor als het ware een verlengstuk van jezelf en vang je kleine veranderingen zoals hobbeltjes of een klein windvlaagje veel gemakkelijker op.
Heb zelfvertrouwen
Natuurlijk makkelijk gezegd dan gedaan, maar je bent daar niet voor niets! Je rijleraar heeft voldoende vertrouwen in jou om je op examen te sturen, dus waarom jij niet? Daarnaast kan er bijzonder weinig foutgaan, zelfs als je over een pion heenrijd. Als je toch wat angstig bent bespreek dit dan bij je lessen en vraag eens of je over een pion heen mag rijden. Op deze manier weet je hoe dat voelt en haal je weer stuk onbekendheid, en daarmee angst, weg! Vergeet ook niet dat je elke oefening twee keer mag doen, foutjes maken mag! Van de totaal 14 pogingen hoef je er zelfs maar 5 goed te hebben. Goede winkansen!
De oefeningen
Lopen met de motor
Een verplichte oefening, deze krijg je sowieso! Bij deze oefening duw je de motor achteruit een parkeervak in. Om de motor stabiel te houden zet je je linker hand op het stuur met je rechterhand duw je op de buddyseat de motor achteruit. Zet de draai volledig in wanneer je met het achterwiel de eerste pion passeert, zo zal de motor perfect in het midden van het parkeervak komen. Zet de motor op de standaard en trek hem rustig uit de vering. Zet een stap achteruit en zodra de examinator aangeeft dat je verder kan haal je de motor van de standaard en duw je hem met twee handen aan het stuur rustig uit het parkeervak. Stap weer op de motor, start hem en rijd rustig naar de examinator toe. Tip! Zet de motor eerst op de standaard voordat je weer opstapt, hierdoor kan hij niet omvallen want een gevallen motor betekent einde examen!
Het langzame cluster
Het langzame cluster bestaat uit 5 oefeningen namelijk de langzame slalom, de halve draai, het achtje, wegrijden uit een parkeervak en stapvoetsrijden. De langzame slalom is een verplichte oefening, deze krijg je dus sowieso!
Handige tips voor dit cluster:
Zit rechtop maar ontspannen, je wilt eigenlijk als een soort zoutzak op de motor zitten. Hierdoor vang je verandering gemakkelijk op en heb je de motor beter onder controle.
Zit dicht tegen de tank met je benen geklemd om de motor. Hierdoor wordt de motor als het ware een verlengstuk van jezelf en kan je hem makkelijker met je heupen sturen.
Maak gebruik van de voetrem. De voetrem geeft weerstand op het achterwiel, hierdoor blijft de motor stabieler en kan je je draaicirkel verkleinen. Ook reageert de motor minder heftig op subtiele veranderingen. Blijf echter van de voorrem af! Als je stevig remt terwijl je net in bocht zit, helemaal bij lage snelheden, valt de motor onder je weg. Dit gebeurt heel plotseling en is moeilijk om te corrigeren.
Kijken! Waar je naar kijkt is waar je naartoe gaat, kijk je dus naar die ene pion die je wilt ontwijken zul je er vanzelf dichter naartoe rijden of zelfs overheen rijden. Tip! Zoek markeringspunten. Tijdens het lessen kan je handige posities zoeken om naar te kijken om de pionnen te ontwijken. Denk bijvoorbeeld aan de laatste pion bij het wegrijden uit het parkeervak. Dit is per persoon verschillend dus probeer verschillende dingen tijdens het lessen! Ook is het belangrijk niet te dicht voor de motor te kijken, probeer zo veel mogelijk vooruit te kijken. Dit geeft een horizon waardoor je je evenwicht veel makkelijk behoudt.
Timing. Zorg dat je ruim voordat je de oefening ingaat je de snelheid en de druk op je voetrem geregeld hebt. Hierdoor ga je rustig de oefening in en hoef je je eigenlijk alleen nog maar te focussen op het sturen.
Specifieke tip! Veel mensen (waaronder ik zelf) hebben bij de langzame slalom moeite met het gast op een constante positie houden bij het sturen. Aangezien je snel van links naar rechts moet sturen draai je soms je rechterpols een beetje waardoor je ineens optrekt of het gas juist loslaat. Dit is niet goed voor je stabiliteit en maakt de oefening erg moeilijk. Probeer bij het regelen van je snelheid je handen wat meer naar buiten te zetten op het stuur, bij voorkeur zelfs een gedeelte van je hand op het stuurgewicht. Op deze manier veranker je je handen op een vaste plek en zal je minder gemakkelijk de gaspositie veranderen.
Tip! Bij de halve draai en het achtje kan je eens proberen een klein tikje de verkeerde kant op te sturen vlak voordat je de 180 graden bocht maakt. Doe je bijvoorbeeld de halve draai rechtsom, dan geef je een klein tikje naar links vlak nadat je de eerste pion passeert. Dit is een klein tikje en erg subtiel! Hierdoor verplaats je het gewicht van de motor de kant van de bocht op en valt hij makkelijker de bocht in. Vervolgens houd je hem in de juiste positie met je heupen.
Het snelle cluster
Het snelle cluster bestaat uit 3 oefeningen, de uitwijkoefening, de snelle slalom en de vertragingsoefening.
In dit cluster zijn er eigenlijk geen specifieke tips maar wel een paar handige overkoepelende tips!
Optrekken. Alle 3 de oefeningen worden uitgevoerd bij een snelheid van 50km/h. Zorg dat je snel op deze snelheid bent, schakel vlug op naar de 2e versnelling, maak hier je snelheid en schakel door naar de 3e versnelling. Als je dit vlug doet heb je nog even rust voordat je de oefening daadwerkelijk ingaat en kan je de situatie goed overzien.
Kijken! Ook bij deze oefeningen is je kijktechniek heel belangrijk. Vooral de uitwijkoefening kan erg spannend zijn. Zoek hier weer een markeringspunt om gemakkelijk om de pionnen heen te rijden.
Stuur met je heupen. Je stuurt de motor meer door hem te kantelen dan je daadwerkelijk doet met je stuuruitslag. Je moet de motor dus echt de bocht induwen. Het makkelijkst gaat dit door ontspannen op de motor te zitten en hem met je heupen als het ware de bocht in te ‘smijten’. Niet is dit een handige tip om soepeler snelle richtingsverandering te maken, ook is het erg leuk!
Countersteering. Bij een abrupte richtingsverandering, zoals bij de uitwijkoefening heb je waarschijnlijk niet genoeg aan alleen je heupen om de motor goed om de pionnen heen te krijgen. Je rijdt namelijk 50 en rechtdoor, de motor wil rechtop blijven! Dit is waar countersteering om de hoek komt kijken. Countersteering wordt omschreven als de verkeerde kant op sturen, maar eigenlijk doe je dat niet. Bij de uitwijkoefening moet je links om een rij pionnen heen. Om de motor snel maar stabiel naar links te krijgen duw je de motor met je linkerhand naar beneden. Hierdoor zal je snel maar stabiel van richting kunnen veranderen
De remoefeningen
Het cluster remmen kent 3 oefeningen wat feitelijk 3 verschillende remmingen zijn. De precisiestop, de gewone stop en de noodstop. De precisiestop is wederom een verplichte oefening. Dat is eigenlijk ook wel logisch, want deze stop zal je straks in het verkeer het meeste maken, denk bijvoorbeeld aan stoppen voor het stoplicht.
Vloeiend remmen. Of je nou de noodstop doet of de precisiestop, in geen van beide gevallen knijp je de remmen meteen volledig in, doe dit vloeiend. Hierdoor zorg je voor een rustige verplaatsing van zwaartepunt en is de kans op ingrijpen van de ABS veel kleiner. Het enige verschil qua remmen in deze drie oefening is hoe snel je de remdruk opbouwt.
Horizon. Kijk bij alle remmingen goed vooruit en zoek een horizon. Dit geeft stabiliteit en zal je rustig tot stilstand komen. Hierdoor zul je ook niet snel onderuit gaan!
Duw de motor van je af. Bij het remmen verplaats je het zwaartepunt naar voren. Nu heeft je lesmotor waarschijnlijk ABS en zal er niet veel gebeuren, maar als je straks een eigen motor koopt die misschien geen ABS heeft kan je misschien een stoppie maken bij stevig remmen. Als je jezelf van de motor afduwt verplaats je iets van het zwaartepunt weer naar achter wat meer druk op de achterband geeft. Daarnaast geeft het je een stabielere positie waardoor je rustiger je voet op de grond kan zetten
ABS. Je lesmotor heeft waarschijnlijk ABS en deze mag ook gebruikt worden, maar probeer dit te voorkomen! Bij de noodstop maakt het op zich niet heel veel uit, het is immers een noodsituatie maar je remt sneller en stabieler zonder ABS. Daarnaast toon je de examinator dat je het gedrag van de motor goed kent en dat kan een pluspunt zijn!
Hopelijk kun je met deze extra tips uit de voeten en heb je wat meer zelfvertouwen gekregen voor je examen. Succes!
Nog niet uitgelezen?
Check hieronder de meest recente berichten!